Theorieën over taal houden zich doorgaans bezig met relatief 'zuivere' verschijningsvormen van taal, en dus niet met zoiets als lachen. Wat niet eenduidig in taal kan worden uitgedrukt, valt niet onder het onderzoeksobject. Door de uitsluiting van lachen heerst er in 'taal' een serene ernst. Zowel 'ideale' talen als alledaagse 'communicatie' vooronderstellen een behoorlijk abstracte, eenduidige samenleving. Deze theoretische promotie van ernst valt te doorbreken vanuit Wittgensteins scepsis ten aanzien van regels en Saussures onderzoek naar anagrammen.