Filologie is meer dan een voorloper van de hedendaagse taal- en letterkunde: het was de eerste belangrijke moderne wetenschap. Toch ontbreekt tot dusver een overzichtelijke inleiding in deze tekst- en cultuurwetenschap. Dat is schokkend, want ze ligt ten grondslag aan vrijwel alle analyse- en interpretatiemethoden die in de huidige wetenschap gangbaar zijn.
Dit korte overzicht over de (voor-)geschiedenis van de filologie schetst de opkomst van deze wetenschap tegen de achtergrond van de klassieke 'liefde voor de logos'. Het trekt na hoe plezier in het open gesprek – tot en met een volledige onderdompeling in de wereldrede – ingeperkt raakte door een dwingend beroep op de algemeen-menselijke 'ratio'.
De ontwikkeling van de moderne klassieke filologie wordt behandeld tot ongeveer halverwege de negentiende eeuw. De moderne wetenschap, of althans het ideaalbeeld ervan, ontstond aan het begin van die eeuw uit een mengelmoes aan strijdige ideologieën. En dat is te merken: juist in de filologie botste de toenemende rationalisering op uiteenlopende inspiraties uit het verleden.
Het open gesprek met andere gezichtspunten werd tot beroep, dat redelijke regels en methoden boven persoonlijke of gezamenlijke gedrevenheid door het onbegrepene stelde. Maar verschillen tussen individuele ervaringen, en de onbereikbaarheid van inspiratiebronnen, vielen niet zomaar op te heffen.
Dit overzicht zet ertoe aan om binnen de vakwetenschap de geestdrift voor het filologische gesprek weer op te vatten.