Friedrich Nietzsche was klassiek filoloog: hij verrichtte tekstonderzoek naar de oudheid. Vanuit de beperkingen van dit wetenschappelijke leeswerk ontwikkelde hij kritiek op het te gemakkelijke geïnterpreteer in de wetenschap. Maar zijn twijfels bij ons begrip van oude bronnen roepen ook vragen op over de mogelijkheid van contact tussen mensen die elkaar nader staan.
De moderne en postmoderne discussie over waarheid kan zo directe inspiratie putten uit Nietzsches invullingen van vriendschap en liefde; voor 'goden', mannen, vrouwen, en de onbekende nakomers die ons uiteindelijk stuk zullen interpreteren. Nietzsches passies en teleurstellingen leiden tot een veelzijdig zelfbeeld dat aanleiding geeft om onbedaarlijk te lachen over de waarheid.
Deze betrokken lezing van Nietzsche legt een verrassend en inspirerend verband tussen wetenschapskritiek en eigentijds troubadourschap.