Als je het Westen wilt denken, als je wilt begrijpen hoe 'de westerse beschaving' in elkaar zit en wat zij waard is, heb je dan meer aan een filosoof als Martin Heidegger of aan een romanschrijver als Charles Dickens? Is het wel zo zinvol om het te hebben over 'de' westerse cultuur of beschaving? Of zijn termen als cultuur en beschaving misschien dubbelzinnig en meerduidig? Hebben 'westerse' filosofen en geesteswetenschappers nog wel iets te melden over zulke vragen?
De auteurs van deze bundel vragen zich af wat de moderne filosofie en de westerse cultuur met elkaar te maken hebben, wat de toekomst van de geesteswetenschappen is, en hoe je de ene filosofische school met de andere kunt vergelijken. Richard Rorty verwijt filosofen hun culturele afzijdigheid. Maar hoe kun je 'culturen' in elkaar vertalen en hebben ze elkaar iets te vertellen? Moeten filosofen asceten, tolken of vertellers zijn?