Proloog | HET WORDT 'ERNSTIG'! De auteur dekt zich bij voorbaat in tegen Nietzsches wetenschapskritiek. | p. 13 |
Wetenschap zonder waarheid In een moderne cultuur heeft wetenschap alleen bestaansrecht als ze afziet van haar traditionele aanspraken op zuivere waarheid. | 13 | |
Lezen Het geloof in waarheid vormt de bron van een 'eeuwig' probleem met betrekking tot analyse en interpretatie. | 19 | |
Sceptisch lezen Een filologisch alternatief dat afziet van aanspraken op waarheid, maakt analyses en interpretaties tot bijdragen aan een gesprek. | 25 | |
Nietzsche lezen Het in dit boek gevoerde gesprek houdt ingrepen in om het onderzoeksobject als mens te erkennen. | 30 | |
Tijdbalk | 41 | |
Over de drie veranderingen | 42 | |
1. | HET GEWICHT VAN DE FILOLOGIE In Nietzsches 'voorgeschiedenis' ligt een basis voor tweestrijd. | 43 |
1.1. | Een filoloog uit Pruisen Nietzsche is vooral filoloog. | 43 |
1.2. | De grondtoon Filologiebeoefening vormt een 'talig' tegengif tegen alleen 'muzikaal' te uiten stemmingen. | 47 |
1.3. | Verlies van de kindertijd Nietzsche heeft al jong het gevoel dat menselijk contact voor hem onmogelijk is. | 50 |
1.4. | De aristocratie van een schoolverlater Zijn eindwerkstuk voor het gymnasium geeft blijk van een aristocratische oriëntatie, in een tijd waarin de culturele macht van deze maatschappelijke stand afneemt. | 54 |
1.5. | De universiteit als woestijn In zijn eerste studiejaar, waarin de muziek in al zijn contacten een belangrijk houvast vormt, vindt Nietzsche niet de aansluiting die hij zoekt. | 57 |
1.6. | Grote voorbeelden In het tweede studiejaar ondergaat hij de tegenstrijdige invloeden van Ritschl (intrede in de filologie), Schopenhauer (de beschouwelijkheid van kunst in plaats van filologie) en Bismarck (daadkracht in plaats van beschouwing). | 62 |
1.7. | Bronnenonderzoek In het derde studiejaar dringt de domme afschrijver Diogenes Laërtius zich voor een 'muzikaal' promotieplan over Homerus en Hesiodus. | 68 |
1.8. | De paradox van de ruiter De vertekende overlevering van Democritus brengt rond Nietzsches diensttijd 'filosofische' eenheid in zijn filologie; ze laat de noodzaak van grote individuen zien, en tegelijk hun onmacht. | 75 |
1.9. | Terug naar de muziek, maar als filoloog Nietzsches benoeming als hoogleraar in de filologie valt samen met zijn ontdekking van Wagner – als filoloog! | 81 |
1.10. | Twee bulten Nietzsches benadering van wetenschap vereist gevoel voor muziek (de geest als kameel). | 84 |
2. | WETENSCHAP IN EEN VERSCHEURDE WERELD Als beginnend hoogleraar toetst Nietzsche de filologie als kritische, en zelfs sceptische wetenschap – in aansluiting bij Schopenhauer – aan haar vermogen het leven draaglijk te maken. | 87 |
2.1. | Een homerisch probleem Zijn inaugurele rede over de oplossing van Homerus' persoonlijkheid en zijn eerste colleges over de Griekse lyrici vragen filologische aandacht voor (volkse) muziek. | 87 |
2.2. | Oorlog De Duits-Franse oorlog versterkt de grondtoon die muziek een onmenselijke kant geeft. | 93 |
2.3. | Filologie als beroep en als roeping De beoefening van wetenschap als beroep is beperkend voor zover ze afleidt van persoonlijke 'culturele' of 'filosofische' doelen. | 98 |
2.4. | De geboorte van de tragedie In zijn filologische en tegelijk wetenschapskritische boek onder deze titel zoekt Nietzsche naar mogelijkheden om individuele droombeelden met 'muzikale' geestdrift te verbinden. | 103 |
2.5. | Ironische wetenschap De grondslag van alle moderne wetenschap ligt in Socrates' optimisme over kennis; dit miskent het lijden dat aan elk streven naar kennis ten grondslag ligt. | 110 |
2.6. | Liegende wetenschap Als alternatief is het mogelijk het lijden niet te ontkennen maar bewust te verhullen, zoals in de Helleense kunst, die gebaseerd was op het belang van de leugen. | 116 |
2.7. | Tragische wetenschap De Griekse tragedie laat zien dat het mogelijk is om het lijden juist daadkrachtig tot uitdrukking te brengen vanuit een kritische verhouding tot de werkelijkheid. | 120 |
2.8. | Toekomstfilologie De geboorte van de tragedie laat Nietzsches hoop zien om vanuit de toekomstmuziek van zijn vriend Wagner een dionysisch antwoord te geven op Schopenhauers' pessimisme; is dat nog wetenschap? | 126 |
2.9. | Goudschitterende schubben De inzet van Nietzsches wetenschapskritiek is als filoloog vorm te geven aan een persoonlijke culturele roeping (de slangen en de draak). | 135 |
3. | VAN FILOLOOG TOT TROUBADOUR Na zijn hoogleraarschap bouwt Nietzsche zijn tragische wetenschapsopvatting uit tot een vrolijke wetenschap. | 139 |
3.1. | Vervellen Hij beëindigt zijn filologische loopbaan en zijn vriendschap met Wagner om zichzelf terug te vinden. | 139 |
3.2. | Filosofie van de afstand De afstand vanwaaruit hij kijkt (de mate van idealisering) moet opnieuw worden bepaald. | 145 |
3.3. | De eenzaamheid van de held Dat de tragische held zich niet meer op een gedeelde roes maar op zichzelf als individu richt, leidt tot een onverbiddelijk isolement. | 151 |
3.4. | Morgenrood dat nog niet geschenen heeft De nieuwe (on-)mogelijkheden maken experimenten nodig, en mogelijk! | 155 |
3.5. | De vrolijke wetenschap Nietzsches boek onder deze titel houdt een cultuurkritisch pleidooi in voor wat afwijkend is, en daardoor kwetsbaar. | 160 |
3.6. | La gaya scienza De vrolijke wetenschapper is troubadour. | 168 |
3.7. | Het feestjaar Nietzsches troubadoursverhouding tot Salomé, die in De vrolijke wetenschap naar voren komt, maakt de afstand tot zichzelf kleiner. | 174 |
3.8. | Roof Inspiratie voor vrolijke wetenschap wordt geboden door vrije, moedige persoonlijkheden (de leeuw). | 183 |
4. | VRIENDSCHAP EN LIEFDE Wat is de wetenschappelijke waarde van troubadoursliefde? | 188 |
4.1. | Vriendschap tussen strijders Binnen Nietzsches filosofie van de afstand is vriendschap een meester-leerlingverhouding, en daarmee een strijdverhouding met een beperkte duur. | 188 |
4.2. | Trouw aan zichzelf De vriendschappelijke strijd krijgt een nieuwe invulling doordat Nietzsche tegenover Rée bij voorbaat de benodigde afstand inbouwt. | 193 |
4.3. | Gij zult liefhebben Naastenliefde vereist te veel zelfopoffering. | 200 |
4.4. | Veelgodendom Liefde is niet gebaat bij de tirannie van één ideaal. | 206 |
4.5. | Kortstondige trouw Het huwelijk dient voor de voortplanting. | 213 |
4.6. | Mannen en vrouwen De verbinding van de klassieke liefde met troubadoursliefde maakt vriendschap mogelijk met een vrouw. | 218 |
4.7. | Werking op afstand Het door mannen voorgehouden ideaalbeeld waarnaar vrouwen zich plegen te richten, is verleidelijk, maar valt niet te benaderen zonder het op te heffen. | 222 |
4.8. | Scepsis als preutsheid Het benaderen van de 'naakte waarheid' vereist schaamte tegenover het mysterie. | 226 |
4.9. | Gay science, hoofse wetenschap Wetenschap vereist hoffelijke afstand. | 231 |
4.10. | Stilzwijgen Mysteries worden overgedragen zonder ze uit te spreken (duiven). | 235 |
5. | ONBEDAARLIJK LACHEN Tenslotte vereist vrolijke wetenschap nog dat je leert lachen, om jezelf. | 238 |
5.1. | Tussen twee crisissen Het einde van Nietzsches tweede grote vriendschap bevestigt zijn afstand tot de mensen. | 238 |
5.2. | Het kind als noodlot Na ons ... de Übermensch; om van te leren houden. | 243 |
5.3. | Wij zijn niet bang! De vrolijke wetenschap wordt als project vervolgd met Aldus sprak Zaratoestra en een uitgebreide tweede druk, waarin de vraag is hoe er nog mensen kunnen worden bereikt. | 247 |
5.4. | De komische wending De onvermijdelijke ondergang van individuele helden maakt klassiek heldendom absurd, wat een komische voortzetting van de tragedie vereist. | 255 |
5.5. | De nar als antiheld Narren zijn nodig vanwege hun (al dan niet verhulde) individualiteit, maar het blijft tragisch om als nar te worden gezien. | 259 |
5.6. | Grenzen aan de ernst Vrolijke wetenschap is het resultaat van volgehouden ernst, die strijdbaar genoeg is om een kinderlijke onschuld terug te vinden. | 266 |
5.7. | Lachen om zichzelf Vrolijke wetenschap aanvaardt de eigen belachelijkheid. | 272 |
5.8. | Eenzaamheid en opvolging De waarde van de eigen lachwekkendheid kan alleen worden overgedragen door de toekomst op je te nemen. | 284 |
5.9. | Wetenschap voor ezels Het is moeilijk om begrepen te worden, en bijna onvermijdelijk om verkeerd begrepen te worden. | 289 |
epiloog | HET VOOROORDEEL VAN EEN ERNSTIG BEEST Is het ruim honderd jaar na Nietzsche mogelijk om wetenschappelijk te lachen om de teloorgang van eeuwige waarheden, vaste identiteiten, vanzelfsprekende gemeenschap en serieuze vormen van interpreteerbaarheid? | 294 |
Werk van Nietzsche | 308 | |
Literatuur | 311 | |
Bronregister | 323 | |
Naamregister | 326 | |
Zaakregister | 328 | |
Summary | 337 | |
Over de auteur | 343 |