Michel Pêcheux heeft zich, na filosofie gestudeerd te hebben bij de marxist en structuralist Althusser, vooral toegelegd op de "discoursanalyse" en op wetenschapstheoretische problemen op dat gebied. De jargonterm "discours" kan eenvoudig vertaald worden met "tekst" of iets dergelijks, maar met dit verschil dat taal en maatschappij binnen het discours onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, terwijl een tekst vaak als iets puur taligs gezien wordt. Ik wil in dit artikel [1] een inleiding geven op Pêcheux' "Language, Semantics and Ideology" (1982, oorspr. 1975), waarin hij zijn invulling van het discoursbegrip uitwerkt [2]. Door de nauwe verbinding van taal en maatschappij binnen zijn onderzoeksobject neemt Pêcheux de verdediging op zich van een nog amper ontgonnen tussenzone tussen de tekstanalyse (de taalkunde) enerzijds en de maatschappijtheorie (die hij aan het marxisme ontleent) anderzijds. |
p. 81 | 1. | Dit artikel kan gezien worden als nasleep van besprekingen over Pêcheux met Tjitske Akkerman, Mieke Bernink, Agnes Sommer, Ido Weijers en Karen Vintges in en rond een werkgroep ideologietheorie. Bij het herzien van vorige versies heb ik geprobeerd in te spelen op commentaar van de twee laatstgenoemden en van René Boomkens, Saskia Daalder, Jaap Dogger, Kees Groeneboer en Teun van Oosterhoudt. Behalve aan deze mensen ben ik dank verschuldigd aan een aantal mensen met wie ik het niet direct over Pêcheux had, maar die naar ik hoop hun woorden achter de mijne herkennen. |
2. | Bij verwijzing kort ik Pêcheux' boek in het vervolg af tot p. |