Vervolg Bladeren Voorafgaande Publicaties:
Vrolijke wetenschap Contact Overzichtsbladzijde
Niels Helsloot Niels Helsloot

 


Niels Helsloot, Vrolijke wetenschap, Nietzsche als vriend, Baarn, Agora 1999, p. 238.
Hoofdstuk 5.
© 1999, 2003

 

Onbedaarlijk lachen

 Onschuld is het kind en vergeten, een nieuw begin, een spel, een uit zichzelf rollend rad, een eerste beweging, een heilig jazeggen.

Het is tragisch om als dionysisch-verscheurde held de onvermijdelijke ondergang in het vijfde bedrijf van de tragedie tegemoet te gaan. Maar misschien maakt Nietzsches vrolijke wetenschap een andere afloop mogelijk. Zijn weerzin tegen beschaming van de overmoedige held komt tot uitdrukking in zijn passie voor afstand [Pathos der Distanz]. Ik heb zijn neiging om mysteries liever in stand te houden dan ze doortastend te ontsluieren of brullend te verbreiden benoemd als 'filosofie van de afstand'. Maar deze 'filosofie' roept met recht de vraag op: 'Of ik een filosoof ben? – Maar wat doet het ertoe!..' [1]. Ook waar Nietzsche het wel zonder problemen over zijn filosofie heeft, gaat het hem nog steeds om een basis om in een wetenschappelijke cultuur te kunnen leven. In ieder geval gaat het niet om een leer die aanbeveelt om vanuit de domme kracht van een 'aristocraat' als vanzelfsprekend over 'lageren' in de hiërarchie heen te lopen, zoals vaak wordt gesuggereerd [2]. Nietzsches passie houdt integendeel een verdediging in van het bestaansrecht van mensen die óndergaan, en van wie het 'mysterie' per definitie ontwijdt zal worden door een 'massa' waarmee vereenzelviging een bovenmenselijke opgave is. Het persoonlijke karakter van zijn passie maakt haar in zijn eigen ogen komisch. Om het komische van de persoonlijke tragedie als onderdeel van een cultuur te kunnen aanvaarden, moet de leeuw tussen de duivenzwermen tot kind worden.

Vervolg
 5.1. Tussen twee crisissen238
 5.2.Het kind als noodlot243
 5.3.Wij zijn niet bang!247
 5.4.De komische wending255
 5.5.De nar als antiheld259
 5.6.Grenzen aan de ernst266
 5.7.Lachen om zichzelf272
 5.8.Eenzaamheid en opvolging284
 5.9.Wetenschap voor ezels289

 
Begin van de bladzij

Werk van Nietzsche
Literatuur
p. 238   1.   Aan Brandes, april 1888; KSA 8: 290.
 2.Vgl. Planken 1995. Dohmen 1994: 501 kan – zo hij wil – een pak slaag krijgen voor zijn hunkerende aansluiting bij 'sterke persoonlijkheden, de mensen wier leven echt iets te betekenen heeft' vanwaaruit hij de samenleving hoe dan ook zo ingericht wil zien dat zíj de plaats krijgen 'die hen krachtens hun levenswandel toekomt'.


Begin van de bladzij

www.nielshelsloot.nl